Kortdurende huishoudelijke zorg ook naar Wmo

02-05-2006

Ook de kortdurende huishoudelijke verzorging gaat naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat blijkt uit de antwoorden van VWS op de eerste vragenronde van de Eerste Kamer betreffende de Wmo. Eerder leek VWS van plan deze kortdurende huishoudelijke zorg onder te brengen in de Zorgverzekeringswet.

Antwoorden van VWS

Uit het antwoord van VWS blijkt verder dat VWS niet tegemoet komt aan de wens van de Eerste Kamer om de Raad van State nader advies te vragen. Ook vindt de staatssecretaris een nieuwe memorie van toelichting overbodig. De Eerste Kamer had om beide gevraagd vanwege de vele wijzigingen die de Tweede Kamer in het oorspronkelijke wetsvoorstel heeft aangebracht.

Uit de antwoorden blijkt ook het volgende:

PGB

De gemeenten hebben een plicht tot het verstrekken van een Persoonsgebonden Budget (PGB) voor individuele voorzieningen. Een PGB hoeft echter niet te worden aangeboden als hiertegen 'overwegende bezwaren' bestaan, aldus de staatssecretaris. Als de financiering van collectieve voorzieningen (bijvoorbeeld vervoer) in gevaar komt als gevolg van de PGB-verplichting van gemeenten, dan kan dit beschouwd worden als een overwegend bezwaar.

ICF-classificatie

Toepassing van de ICF-classificatie (begrippenkader om de toegang tot voorzieningen te uniformeren) is niet verplicht, aldus de staatssecretaris. Gemeenten worden wel geadviseerd hiervan gebruik te maken.

CIZ in het lokale loket

De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen waarin gesteld wordt dat het CIZ in het loket moet participeren. Hiermee wilde de Kamer afstemming tussen de Wmo-indicatie en de AWBZ-indicatie bewerkstelligen. De staatssecretaris interpreteert deze motie minder strikt. De staatssecretaris stelt dat het CIZ gevraagd is samen te werken in het lokale loket, indien de gemeenten dat wensen.

Aanbesteden

De staatssecretaris stelt dat gemeenten aanbestedingsplichtig zijn en voldoende ondersteund worden om de aanbestedingsprocedure op een zorgvuldige wijze uit te voeren per 1 januari 2007.

Overgangstraject huishoudelijke zorg

Een aantal Eerste Kamerleden liet via hun vragen weten er voorstander van te zijn dat cliënten met een indicatie voor huishoudelijke verzorging gedurende het overgangsjaar de keuze krijgen om hun hulpverlener te behouden. De staatssecretaris geeft hierop als antwoord dat dit gerealiseerd kan worden via een persoonsgebonden budget.

Prestatieveld leefbaarheid en sociale samenhang in dorpen, wijken en buurten

Ross kondigt aan samen met een aantal gemeenten instrumenten te ontwikkelen voor een nadere invulling van het eerste Wmo-prestatieveld Leefbaarheid en sociale samenhang. Daarnaast zullen samen met VROM en OCW voor gemeenten en woningcorporaties handreikingen gemaakt worden gericht op een samenhangend sociaal en fysiek beleid op wijk- en buurtniveau.

Vervolg wetgevingsprocedure

De Eerste Kamer houdt een tweede vragenronde. De vragen worden op 16 mei 2006 ingebracht. De kamercommissie stelt op 23 mei 2006 het nader voorlopig verslag vast. Na de tweede vragenronde wordt besloten of de schriftelijke voorbereiding voltooid is en overgegaan kan worden tot plenaire behandeling in de Eerste Kamer. De plenaire behandeling is voorzien voor 27 juni 2006.

De periode tussen behandeling in de Eerste Kamer en ingeplande invoeringsdatum van de Wmo (1 januari 2007) is kort. Bij vaststelling van de invoeringsdatum werd uitgegaan van behandeling door de Eerste Kamer vóór de zomer. Het is nog niet duidelijk of dit haalbaar is.

Lees meer:


zoeken in 118 websites