Privaat geld - gat in de markt

Woonzorgcomplexen worden tot nu toe bijna uitsluitend in de sociale huursector gebouwd. Dan is er nog een beperkt aantal residences in het zeer dure marktsegment. Het middensegment ontbreekt vrijwel terwijl het aantal ouderen in deze groep fors groeit.

Actiz schat dat van de 75-plus huishoudens in 2015 ca. 40% behoort tot deze belangrijke middengroep met een iets hoger inkomen en vermogen, die deels ook zonder huursubsidie kan huren of in staat is om (deels) te kopen in de gemengd privaat/sociale sector.

Wonen

Ouderen in Nederland hebben van oudsher een overwegende voorkeur voor huren. Bij ouderen heeft huren nog steeds status en ook psychologische voordelen: risicoarm, veilig. Er komen echter steeds meer ouderen die opteren voor een woonzorgcomplex vanuit een eigen woning. Zij verkopen de eigen woning, beleggen het vermogen en gaan weer huren. Deze groep heeft niet zozeer een hoog inkomen, maar wel een eigen vermogen.

Middensegment

De vraag is nu: moeten we het middensegment vooral zien als een bovenwaartse verlenging van de sociale huursector, dus huren maar dan boven de huursubsidiegrens? Is de duurdere huurwoning het logische antwoord op de vraag van de groeiende groep ouderen met eigen geld? Tot nu toe worden duurdere huurwoningen met zorg weinig gebouwd en worden de middengroepen voornamelijk bediend met sociale huurwoningen in woonzorgcomplexen die met veel financiële inspanningen onder de huursubsidiegrens zijn gedrukt.

Fiscale overwegingen

Of zijn zij toch te verleiden om (opnieuw) te kopen? Of geldt dat laatste alleen als er speciale eigendomsarrangementen worden bedacht die de praktische en psychologische voordelen van huren combineren met de financiële voordelen van kopen? Fiscale overwegingen kunnen daarbij ook een rol spelen, en juist daarbij hebben zich de afgelopen jaren nogal wat veranderingen voorgedaan. Daarbij is het moeilijker geworden om het in de woning vastgelegde eigen vermogen vrij te maken, een wens die zich bij ouderen om een aantal redenen kan voordoen. Een verhoging van de hypotheek is alleen aftrekbaar als deze is bestemd voor onderhoud of verbetering van de eigen woning. En bij verhuizing naar een andere, meer geschikte woning moet de overwaarde van de vorige woning geheel worden ingezet voor de koop van de nieuwe woning, voordat men voor hypotheekaftrek in aanmerking komt.
Lees ook het artikel Fiscale faciliteiten voor woonzorgvoorzieningen (pdf, 32 kb). Het beschrijft fiscale faciliteiten die het aanbod woonzorgprojecten zouden stimuleren.

Zorg

Ook bij de zorg zien we een schakelpunt tussen publieke en private financiering dat voor moeizame schotten in de markt zorgt. In hoeverre is AWBZ-zorg stapelbaar met privaat gefinancierde zorg? Aanvullende zorg of dienstverlening is niet meer verzekerbaar op hogere leeftijd (’brandend huis’). We kunnen wel bepaalde aanspraken op zorg- en servicepakketten inkopen of afkopen. Er is echter nog weinig aanbod.

Kan hierbij datzelfde eigen vermogen worden ingezet, dat ook kan dienen om een appartement geheel of gedeeltelijk te kopen? En welke invloed gaat uit van fiscale overwegingen? De drempel voor aftrekbare buitengewone lasten is nog steeds zeer hoog, en door de hiervoor genoemde wijzigingen in de fiscale regelgeving wordt het inkopen van zorg met eigen vermogen dat aan de woning is onttrokken minder aantrekkelijk.

Gemengde arrangementen tussen huren en kopen en tussen publieke en private zorg

Er is dus een relatie mogelijk tussen gemengde vormen (publiek/private arrangementen) in de zorg en gemengde eigendomsvormen (huren/kopen) bij het wonen. Zou zo’n combinatie het antwoord zijn op het gat in het middensegment van de markt? Of impliceert de scheiding van wonen en zorg nu juist dat beide los staan van elkaar?


zoeken in 118 websites