Monitor videonetwerken in de thuiszorg

16-01-2006

Het inzetten van audiovisuele verbindingen tussen de zorgcentrale van de thuiszorg en het huis van de cliënt is een goed en kansrijk initiatief, mits dat gebeurt in overleg met de cliënt en mits er duidelijke gebruiksinstructies zijn. Zorg via een videonetwerk is in de meeste gevallen aanvullend op de reguliere zorg thuis (face-to-face contact). Dat is de conclusie van een monitorstudie van het onderzoeksinstituut NIVEL.

Om de voortgang van de invoering van videonetwerken in de thuiszorg te volgen, voert het het onderzoeksinstituut NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg) in opdracht van Z-org een monitorstudie uit. Dit eerste monitorjaar zijn de voortgang en stand van zaken van de invoering van videonetwerken binnen vijf thuiszorgorganisaties in Nederland onderzocht.

Uit het onderzoek blijkt dat de invoering van videonetwerken in dit prille stadium om verschillende redenen nog moeizaam is. Ten eerste zijn er technische problemen waar alle thuiszorgorganisaties tegenaan lopen, zowel met reeds geïnstalleerde apparatuur als met nieuw aan te schaffen en te installeren apparatuur. Daarnaast wordt het videonetwerk op dit moment nog voornamelijk gebruikt voor kortdurende contacten op vaste momenten geïnitieerd door de medewerkers van de zorgcentrale (zorgcentralist).
De NIVEL onderzoekers verwachten dat na verloop van tijd de technische problemen overwonnen zullen zijn en dat cliënten dan zelf contact zullen zoeken met de zorgcentralist.

Lees meer.


zoeken in 118 websites