Ouderen maken zich zorgen over hun toekomst. Het heeft even geduurd voordat ouderen in de gaten kregen dat een flink aantal voorzieningen verdwijnt. Zij rekenden op voorzieningen als het verzorgingshuis, dagopvang en maaltijden. In rap tempo sluiten de verzorgingshuizen hun deuren en verdwijnen sommige andere voorzieningen eveneens. Ouderen zien dat zij langer zelfstandig moeten wonen en voor een groot deel sluit dit ook aan bij hun wensen. Maar name voor mensen met beginnende dementie of mensen die herstellen van een beroerte of andere aandoening is het langer thuiswonen soms erg moeilijk. En vitale(re) ouderen vragen zich af hoe het hen zal vergaan als zij mogelijk in de toekomst zorg nodig hebben. Zij zijn bang dat ze in de knel komen, vooral als zij geen groot netwerk om zich heen hebben en/of kampen met mobiliteitsproblemen.
Els Glimmerveen is psychologe en betrokken bij Stichting Thuis in Welzijn, bekend van de Thuishuizen, een woonvorm voor ouderen die dreigen te vereenzamen. Zij krijgt dagelijks mensen aan de telefoon of op bezoek die het niet meer redden thuis. “Mensen, vooral de 80-plussers met weinig netwerk zijn volslagen in paniek”, zegt Els Glimmerveen. Zij weten niet meer waar zij terecht kunnen. Glimmerveen ziet verder dat mensen met beginnende dementie het extra lastig hebben met thuis wonen. “Zij kunnen niet meer logisch opeenvolgend denken. Een kopje thee zetten kan al moeilijk zijn. Dan is er even iemand nodig die zegt welke stappen er nodig zijn omdat kopje thee te zetten. En dan kunnen zij dit zelf.” Die begeleiding is volgens Glimmerveen nu minder aanwezig door het verdwijnen van allerlei voorzieningen.
De eenzaamheid in
Glimmerveen ziet dat vooral mensen die net te goed zijn voor het verpleeghuis, die weinig netwerk hebben en weinig mobiel zijn door allerhande beperkingen de eenzaamheid in gaan. “Dan wordt de thuiszorg erop gezet, maar van de wisselende krachten raken deze mensen in de war.” De psychologe waarschuwt dat de groep alleenwonenden zonder kinderen groeit. “Als je geen kinderen hebt of als zij ver weg wonen, dan zitten deze mensen vaak alleen. Buren werken of hebben een gezin en zorgen veelal voor hun eigen (schoon)ouders. Zij hebben weinig gelegenheid om ook hun buren te assisteren.”
In haar eigen omgeving ziet Glimmerveen hetzelfde gebeuren. Zij zorgt voor haar tantes, die geen kinderen hebben, en voor een buurvrouw. Glimmerveen ervaart tijdens deze mantelzorgtaken zelf dat mensen te weinig hulp krijgen en dat de zorg het soms laat afweten. “Professionals met doorgaans het hart op de goede plek moeten steeds meer doen met minder geld. De rek is er bij hen uit. Investeren in goed personeel is essentieel.” Ook juicht zij het toe dat de wijkverpleegkundige weer volop in beeld is. Vrijwilligers kunnen ook een grote rol spelen. “Als je vrijwilligers hebt die het leuk vinden om mensen te begeleiden, dan ben je op de goede weg.” Het is belangrijk om gemotiveerde mensen te vinden die er echt voor kiezen om dat vrijwilligerswerk te doen.
Nieuwe samenlevingsvormen
Positieve ontwikkelingen zijn er volgens Glimmerveen ook. “Ik zie nieuwe samenlevingsvormen komen. Zoals huizen voor gescheiden vaders. Dit is het voorland van maatschappelijke ontwikkelingen.” Mensen willen steeds minder vaak individueel in een flat wonen, maar in een andersoortige woonvormen. Het hele individuele gaat er volgens Glimmerveen de komende eeuwen uit. “Mensen willen steeds vaker gemêleerd wonen en in verbinding komen met elkaar. Dan ga je ook vanzelf anderen helpen. Daarom ben ik ook nauw betrokken bij de Thuishuizen.” In deze kleinschalige woonvorm – waar al enkele van bestaan in Nederland, zoals Deurne en Amstelveen – wonen 6 of 7 mensen samen maar hebben wel hun eigen kamer en voorzieningen. Het Thuishuis biedt mensen een gevoel van basisveiligheid. En dat is essentieel voor lichaam en geest. Het gevoel dat iemand een oogje in het zeil houdt is zo plezierig.
Veiligheid en garantie
Samenwerking is volgens Glimmerveen essentieel. “Zo ingewikkeld is de problematiek niet. Mensen zoeken gewoon veiligheid en garantie.” Als de professionals in onderlinge samenwerking de zorgvrager garantie op hulp en het gevoel van veiligheid kunnen geven, dan redden de mensen het langer en op een prettige manier. Glimmerveen heeft in haar praktijk nu de stelregel: wat draagt het bij tot het levensgeluk van mensen? Eerst zorgt zij dat haar cliënten een dak boven het hoofd hebben en genoeg te eten hebben. Want de groep die deze vastigheid missen is de afgelopen jaren gegroeid. Dan gaat zij pas met de therapie aan de slag. Die insteek zou zij graag in de rest van de zorg terugzien. Om te kijken wat nu werkelijk bijdraagt aan het levensgeluk van mensen. “En dat is toch vaak het gevoel van veiligheid.”
Uit onderzoek naar woonservicegebieden van George de Kam blijkt dat ouderen hun kwetsbaarheid beter opvangen als zij in een omgeving wonen waar zij zich veilig voelen en garantie is op hulp. Nu verzorgingshuizen de deuren sluiten is het belangrijk die veiligheid en garantie wel met elkaar te regelen, bijvoorbeeld door alternatieve woonvormen die bescherming bieden. Zodat mensen met een zorgvraag niet in de knel komen.
Alternatieven nodig
Kortom, het is hard nodig dat er tussen het verpleeghuis en het zelfstandig wonen alternatieve woonvormen ontstaan, variërend van beschermde vormen met meer of minder zorg nabij, woongemeenschappen, hofjes, thuishuizen enzovoort. Door samenwerking tussen gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties, woningcorporaties en burgers kunnen er meer woonvarianten komen die aansluiten bij de behoefte van mensen. Voldoende beschermde woonvormen, waar mensen zich veilig voelen, waar er anderen zijn die een oogje in het zeil houden, waar professionals en vrijwilligers nabij zijn. Er zijn zeker al goede voorbeelden, maar de noodzaak is groot om in rap tempo adequate woonvoorzieningen te creëren en bestaande woonvormen te pimpen waar nodig. Als ouderen weten dat hulp dichtbij is, kunnen zij langer zelfstandig wonen. En komen zij niet in de knel.